Plaagdieren

>>deze pagina is in bewerking<<
Hoe om te gaan met ongewenste beestjes

SLAKKEN
Slakken houden van vocht en zullen zich tijdens warme dagen schuilhouden op donkere en vochtige plaatsen: tussen de bladeren van groente- of tuinplanten; aan de onderkant van bladeren; onder potten of achter planken bijvoorbeeld.

Natuurlijke vijanden zijn: vogels, egels, kikkers en padden.

LAST VAN SLAKKEN? – HIER EEN PAAR TIPS
Houdt al het groen rondom de groenten ‘kort’ en ruim zoveel mogelijk alle omliggende rommel op. Bewerk in het ‘voorjaar’ de grond; dan zullen de eerder gelegde (witte) eitjes naar boven komen zodat de eitjes kunnen uitdrogen.

1. Zorg voor scherpe oppervlakken
Slakken verplaatsen zich door te glijden op hun slijmlaag: het liefst op een vochtig en glad oppervlak. De slak zal zich minder snel laten zien in de buurt van scherpe oppervlakten. Wanneer je de bodem bedekt met rivierzand, eierschalen, (gekneusde) schelpen of cacaodoppen, zal dat de slak in ieder geval belemmeren.

2. Gebruik van koperband
Breng rond de potten of kweekbakken, koperband aan (te koop bij tuinwinkels). Het idee is dat wanneer de slak over het band kruipt, het potentiaalverschil een stroompje opwekt waarvan de slak schrikt en hij zich terugtrekt. Jammer genoeg werkt dit bij grote slakken niet zo goed. Op internet zijn proefjes te vinden die het tegendeel bewijzen.
Wat zeker werkt is om 2 draden op 1 centimeter van elkaar rond de bak te spannen met zwakstroom erdoor: maar dat is nog best een gedoe om te maken.

3. Gebruik van slakkenkorrels
Deze korrels zijn hydrografisch en onttrekken het vocht uit de slak zodra hij ervan eet. Omdat de korrels door regen zullen oplossen zijn ze ‘alleen effectief bij droog weer’ of in een broeikas (of broeibak). De meningen over de milieubelasting van deze korrels lopen uiteen maar de meeste fabrikanten beweren dat de samenstelling van deze korrels ‘natuurlijk’ is. Lees voor je de korrels koopt eerst goed de product beschrijving.

4. Verwijder de slakken handmatig
Verre de beste maar ook de meest omslachtige methode is om de slakken weg te halen. Dat kan je het beste doen wanneer het ‘schemerig’ is want rond die tijd komen ze meestal tevoorschijn. Overdag vind je ze vaak waar ze zich het liefste verschuilen: op donkere plekken en vochtige hoekjes.
Het heeft géén zin om slakken in een andere hoek van de tuin of er vlak buiten los te laten want een slak kan in één nacht makkelijk 15 meter afleggen: afhankelijk van hoe vochtig en glad de ondergrond is. Bij een droge grond moet de slak het vocht dat hij tijdens het verplaatsen onderaan zijn lijf verlies telkens weer aanvullen.

5. Maak een val met bier of suikerwater
Een effectieve methode om slakken te vangen is het ingraven van een kommetje met (goedkoop) bier of suikerwater. Slakken komen daar op af en verdrinken vervolgens omdat ze niet kunnen zwemmen. Er zijn speciale bekertjes met een ‘afdakje te koop’ waardoor de beker bij veel regen niet overstroomt.

6. In de moestuin: plant bepaalde kruiden en bloemen
Slakken houden vooral van bladgroen en hebben een speciale voorkeur (zo lijkt het) voor sla, bonen palmkool en basilicum. Slakken zijn ook dol op diverse soorten Hosta-planten.
Ze hebben wél een hekel aan: salie, tijm en knoflook. Andere planten rond of in de moestuin die afwerend kunnen werken zijn: akelei, goudsbloem, anjer, geranium, viooltjes, varens, Oost-Indische kers en lavendel.

IS HET EEN MOL, WOELRAT of WOELMUIS?
De mol maakt grote molshopen van 7 tot 25 cm. Hij graaft zijn gat ‘middenin’ de hoop aarde die hij heeft opgegraven.
De woelrat (lijkt eigenlijk niet op een rat) is groter dan de woelmuis. Hij heeft een stompe snuit en zijn oortjes zitten verborgen in zijn stugge vacht. Hij graaft een gat met een doorsnede van 5 à 10 cm. De opgegraven aarde plaatst hij ‘naast’ de ingang van de gang. De gangen liggen net onder het oppervlak van de aarde. De staart van de woelrat is langer dan die van de woelmuis.
De woelmuis is kleiner dan de woelrat. Hij zorgt bij het graven van de gangen vaak voor meerdere gaatjes van 3 à 5 centimeter: ongeveer de maat van een bezemsteel als je die in de grond zou steken.

De mol is praktisch blind en nuttig op de tuin doordat de mol de grond luchtig houdt. Daarnaast eet een mol veel vervelende insecten, niet alleen emelten en aardrupsen maar ook babymuizen. Mollen maken vooral gaten in het gazon maar richten verder géén schade aan de (moes)tuin.

Mollen mag je niet chemisch bestrijden, maar wat kan je dan wél doen?
> Span een mollennet of fijn gaas onder de grond.
> Zet moltrillers in het gazon (over de effectiviteit lopen de meningen wel uiteen).

De woelrat is een beschermde inheemse diersoort en mag niet worden gedood.

De woelmuis kan aan wortels van planten eten en knolgewassen die boven de grond uitkomen zoals: radijsjes, meiknolletjes, navet, rettich en dergelijke.
Je kunt het de woelmuis zo onaangenaam mogelijk maken om op jouw tuin te gaan bivakkeren door:
> Je huisje en schuur goed af te dichten en alle zaden goed opgesloten op te bergen.
> De composthoop of ton goed af te sluiten: desnoods met fijn gaas.
> Lavendel en citroenplanten te planten; ook knoflook(spray) schijnt te helpen.
> Je borders met speciaal gaas of (hoog) plexiglas omheinen (dat ziet er alleen niet zo mooi uit).

BIJEN zijn heel nuttige maar ook bedreigde diertjes.
Bijen zijn in ons land beschermd en mogen niet worden bestreden. Bijen moeten met rust worden gelaten. Ga er niet naar slaan of zoiets, want juist dan gaan ze zich verdedigen en worden ze agressief.
Neem bij overlast contact op met de Stichting Schiedamse imkers via email: schiedamsestadsimers@outlook.com

WESPEN moeten alleen bestreden worden wanneer zij écht overlast geven en ‘van huis uit’ agressief zijn. Wespen zijn vooral vanaf eind juli actief, wanneer het nest gereed is. Wespen houden vooral van zoetigheid en vlees.
Een nest is licht grijs-bruin van kleur en heeft een papierachtige structuur. Een wenspennest bevindt zich soms tegen een bouwsel aan, in een (holle) boom en ook weleens onder de grond.

Wat moet je niet doen:
– Stop een wespennest nooit dicht want dan zullen de wespen snel een nieuwe uitgang knagen en agressief gedrag vertonen.
– Maak een nest nooit kapot.
– Sla niet naar wespen, want dan kan het zijn dat ze lang agressief blijven.
– Dek je eten en drinken af, want wespen zijn dol op zoet eten en drinken.
– Pas op met blikjes drank want voor je het weet duikt er een wesp in.
– Zoek in het voorjaar naar beginnende wespennesten en haal ze dan weg.
– Je kunt een wespenval maken door een petfles door midden te knippen; duw daarna de bovenkant omgekeerd in het onderste deel, doe er limonade in en hang de fles vooral ver van je terras!
– Alleen de kosten voor het verwijderen van een nest buiten de (eigen) tuin wordt door de vereniging vergoed. Meldt een groot nest buiten je eigen tuin bij het bestuur.
– Heb je een groter nest op je eigen tuin? Je kunt deze door Irado laten verwijderen, dit kost ongeveer € 50,–.