Grondverbetering en compost

Tuinieren put de bodem vaak uit. Om uitputting en structuurverval te voorkomen dient u regelmatig, liefst elk jaar, de tuingrond van extra organisch materiaal te voorzien.

Van oorsprong is onze grond in de polder ‘vettig’ van aard waardoor het slecht water doorlaat. Tijdens het voorjaar en in de winter is de vanwege uitdroging keihard door uitdroging. De rest van het jaar zit er voor veel planten te weinig lucht, dus ook te weinig ‘leven’ in. Wanneer er sprake is van drainage- of droogteproblemen dan kan dit door het toepassen van bodemverbetering worden opgelost.

DE KENMERKEN EN NADELEN VAN ZWARE GROND

  • Het heeft een hoog klei-gehalte.
  • Het is in droge toestand hard of cement-achtig.
  • Het warmt in de lente traag op.
  • Het bevat vrij veel organisch materiaal.
  • Het organisch materiaal dat in de grond zit, breekt langzaam af.
  • De grond voelt glad aan tussen de vingers en is kleverig wanneer het vochtig is.
  • De grond blijft te lang vochtig.
  • De wortels krijgen te weinig zuurstof.
  • De grond kan niet worden bewerkt wanneer deze vochtig en kleverig is: er is groot gevaar voor ‘verdichting’.

DE VOORDELEN VAN VETTE KLEI

  • Zware grond houdt water en mineralen erg goed vast, daardoor behoeft u de grond minder te begieten, te bemesten en te bekalken.
  • Het verbouwen van traditionele groenten gaat goed: denk aan aardappelen, prei, wortelen, ui, knolselderij, kool en knoflook.

ACTIES OM ZWARE GROND TE VERBETEREN
BETREDEN EN BEWERKEN VAN DE AARDE

  • Het maken van losse, vruchtbare grond heeft tijd nodig: het vergt soms enige jaren van aanpak.
  • Betreed de grond alleen waar nodig: maak vaste paadjes. Door de paadjes verlies je wel tuinoppervlak, maar de kwalitatieve winst maakt dit meer dan goed.
  • Bewerk de zware grond wanneer hij niet te nat of te droog is.
  • Spit nooit (meer) maar maak je grond de eerste jaren los met de woelriek of spitriek.
  • De grond hoeft niet heel fijn te zijn voor alle teelt: alles wat je plant (aardappelen, plantuitjes, kool) kan redelijk grove grond hebben.
  • Verhoog het humusgehalte van de grond door ‘compost’ toe te dienen. Doe dit jaarlijks: want humus breekt telkens weer af in de grond. Werk de compost heel oppervlakkig in of spreid de humus gewoon over je bed.

ACTIES OM ZWARE GROND TE VERBETEREN
VOEG TOE: KALK, LANDBOUWGIPS OF LAVAGRUIS

  • Sowieso is het het beste om met een eenvoudige Ph-meter het kalkgehalte van de grond te meten. 
  • Wanneer het Ph-gehalte van de grond te laag is, voeg dan kalk toe volgens het bemestingsadvies. Klei bestaat nu eenmaal uit heel kleine plaatjes die aan elkaar plakken en door kalk toe te voegen wringen de kalk(calcium)ionen zich daartussen. Dat zorgt ervoor dat de structuur wat losser wordt. Het toevoegen van kalk doe je in het najaar of in de vroege winter.
  • Is het Ph-gehalte neutraal of te hoog? Strooi dan in de winter landbouwgips (calciumsulfaat). Calciumsulfaat verhoogt de Ph niet, maar maakt kleigrond wel luchtiger.
  • Over de moestuin: strooi er lavagruis (gemalen lavasteen) overheen, bij voorkeur tegelijk met je compostgift. De gruis mag je licht inwerken. Startdosis: 1 tot 2 kg per m²., daarna volstaat jaarlijks 100 tot 200 gram per m².

WAT IS HUMUS?

  • Humus is dat deel van de organische stof in de bodem dat na afbraak en vertering van het verse organische materiaal (afgestorven planten- en dierresten, uitwerpselen) overblijft.
  • Humus zorgt ervoor dat de klei minder kleeft en uitdroogt.
  • Humus verbetert de grondstructuur, het bodemleven en de waterhuishouding door zijn absorberende vermogen.

WAT IS COMPOST?

  • Gezonde tuingrond bevat al gauw 5 tot 10% organische stof.
  • Compost maakt van iedere bodem vruchtbare tuingrond. Het geeft uw tuingrond structuur waardoor de plantenwortels en het andere bodemleven veel actiever hun rol kunnen spelen.
  • Compost is een bodemstructuur verbeteraar. Het is een mengsel van halfvergane plantdelen en ander organisch materiaal die door micro-organismen bijna tot humus zijn afgebroken. Na het composteerproces wordt het waardevolle humus voor de grond. Het maakt van iedere bodem vruchtbare tuingrond; het bevat veel organische stof die voeding voor planten levert.
  • In de winter biedt compost een extra laag bescherming voor koud gevoelige planten.
  • Compost zorgt voor een onkruid-werende laag.
  • Uit onderzoek blijkt dat compost doeltreffender is dan andere vormen van organisch materiaal bij de bestrijding van plagen en ziekten.
  • Het beste is om jaarlijks (maart of april)  een dun laagje compost van ongeveer 1,5 cm. aan te brengen in de (bloemen) borders en op het gazon.
  • Compost is ook bij de Tuinwinkel van Thurlede te koop. Zie ook de diverse grondverbeteraars die in de Tuinwinkel te koop zijn.

HOE MAAK IK COMPOST?

  • Zelf compost maken is makkelijk, daar is geen grote tuin of moestuin voor nodig.
  • Maak de ondergrond los: grove takken op de bodem zorgen voor een goede afwatering. Een afmeting van 1,50 x 1,50 is voldoende. Bij een oppervlakte van 1,2 x 2,0 m, verdeel de bak dan in twee delen. Het omdraaien van het materiaal doe je door al het materiaal in de andere bak te scheppen. 
  • De eerste laag moet bestaan uit een 25 tot 30 cm dikke laag van huis- en tuinafval. Breng daarop een laagje kalk aan, daarbovenop weer een laagje oude compost. Vervolgens breng je weer een laag van 25 tot 30 cm. plantaardig materiaal aan.
  • Na een hoogte van 1,5 meter dek je de composthoop af met stro: laat de hoop vervolgens 3 maanden rusten. Na 3 maanden kan de hoop omgezet worden, waarna deze nog 3 maanden moet rusten.
  • Meng het gras en gft met droog materiaal zoals takjes, stro en bladeren zodat het luchtig wordt. 
  • Maak groenafval eventueel klein: knip takken in kleinere stukken.
  • Zorg ervoor dat de hoop in de halfschaduw ligt, of zet de compostbak in de halfschaduw, anders droogt de compost teveel uit.  
  • Door de hopen materiaal regelmatig te keren en te verluchten ontstaat de compost.
  • Bladafval eventueel apart laten composteren omdat dat veel langer duurt.
  • Door de temperatuurstijging in de hoop worden alle onkruidzaden en mogelijke ziektekiemen gedood.
  • Wanneer je de composthoop goed opbouwt en jaarlijks omschept, kan je de compost in het voorjaar op je tuin uitspreiden.
  • Compost is trouwens ook bij de Tuinwinkel van Thurlede te koop. Zie ook de diverse grondverbeteraars die in de Tuinwinkel te koop zijn.

WAT VOEG IK VOEG TOE AAN DE COMPOSTHOOP?

  • Zacht plantmateriaal, zoals bladeren en gras.
  • Plantenresten (géén zieke planten!)
  • Snoei- en haagafval.
  • Fijngemaakte takjes en stro.
  • Pindadoppen, rauw.
  • Rauwe groenteresten.
  • Rauwe fruitresten (klokhuizen, schillen).
  • Oogst-resten.
  • Koffiedik, filters en theezakjes.
  • Eierschalen: versnipper deze.
  • In stukjes gescheurde lege wc-rollen en eierdoosjes (verspreidt dit goed, leg het niet op elkaar).

WAT KAN IK BETER NIET AAN DE COMPOSTHOOP TOEVOEGEN?

  • Aardappelschillen want het kan zijn dat er de Phytophthora-schimmel op zit. Deze schimmel kan via de compost worden overgedragen op levende planten en bloemen.
  • Aardappelschillen van aardappelen die behandeld zijn met een anti-spruitmiddel. Het anti-spruitmiddel gaat namelijk bacterie-vorming tegen en zal het composteren bemoeilijken.
  • Kool met knolvoet kan ervoor zorgen dat de knolvoet zich verder verspreid.
  • Gekookte etensresten, ook geen visresten en graten.
  • Resten van citrusvruchten (citroen, limoen, sinaasappel) omdat dit zeer langzaam verteert en zuur is, waardoor de wormenactiviteit vermindert.
  • Resten van vlees en botjes: omdat dit slecht verteert en ook ongedierte aantrekt, zoals ratten. 
  • Onkruid dat al zaad heeft gezet omdat de kans groot is dat de zaden zullen overleven en je met je zelfgemaakte compost de onkruidzaden royaal door je tuin strooit. 
  • Zieke planten.
  • Coniferenafval.

COMPOST BIJ TUINAANLEG
Bij een bodemverbetering wordt 7,5 à 15 kg compost per m² op de bovenste bodemlaag ingewerkt. Zo krijgt de tuingrond een basis aan organische stof die zo’n 20 jaar zorgt voor een goede structuur. Zowel leem als kleigronden krijgen de nodige organische stof en humus ingewerkt waarmee ze een ideale bodemstructuur en waterhuishouding kunnen ontwikkelen.


COMPOST OP HET GAZON

In de herfst dient het gazon een fijn laagje compost, eventueel gemengd met wat zand, te krijgen. Door de herfst- en winter-neerslag verdwijnt het zwarte laagje al snel tussen het gras en in de bodem: daarna gaat het bodemleven weer aan het werk!
Gazon waar jarenlang compost aan is toegediend, is minder vatbaar voor droogte en groeit gelijkmatiger.