Elk voor- en najaar worden alle tuinen geschouwd door de leden van Commissie ‘Schouwen en Bouwen’. In het voorjaar wordt gelet op de staat van onderhoud van het groen, in het najaar op alle ‘bouwsels’, d.w.z. huisje, schuur of kist, kas, broeibakken, beschoeiing e.d.
Indien er aanmerkingen zijn, zal persoonlijk contact met het lid worden opgenomen om het een en ander te bespreken en zo tot een aanvaardbare staat van de tuin te komen.
Men wordt vervolgens binnen een bepaalde periode (in de regel 2-4 weken) in de gelegenheid gesteld de situatie in orde te brengen.
Is dit binnen de gestelde termijn nog niet gebeurd, dan wordt de tuinder schriftelijk gemaand. Bij het ontbreken van verdere actie kan het bestuur een partij inhuren om de situatie te herstellen. De kosten zijn dan voor de tuinder.