Profiteurs

We zouden het hebben over de profiteurs in de volkstuin en op ons tuincomplex. Nou, dat zijn er nogal wat. Voor ik ze ga benoemen, wil ik opmerken, dat er ook goede profiteurs zijn. Eerst een totaalrijtje. Hier komen ze.

Ratten, muizen, woelratten, eenden, vogels, egels, mollen, konijnen, wezels, meerkoeten, vissen, vleermuizen, bijen, hommels, wespen en slakken.

U weet er zelf, denk ik, ook nog wel een paar op te noemen. De slechtste profiteurs daar heeft u zelf vast wel eens mee te maken gehad. Laten we daarom de goede profiteurs de revue laten passeren.Wat denkt u van de mezensoorten.Vooral in de broedtijd verorberen ze duizenden insecten. Ook vleermuizen verlossen ons van dat spul. Egels zijn verzot op slakken, tenzij u slakkenkorrels strooit, want van de meeste van die korrels sterven de egels een gewisse dood. egels

Ook mollen, die voor de meeste tuinders en tuinsters geen vrienden zijn, verorberen veel goede maar ook heel veel andere, in onze ogen slecht ongedierte. En laten we vooral de kleinere diertjes niet vergeten, de bijen, hommels en wespen. Die zijn van onschatbare waarde voor de bestuiving van bloemen en vooral vruchtbomen.

Wist u dat onze voedselketen hiervan voor een groot gedeelte afhankelijk is? En de solitaire bijen, die meestal wat kleiner zijn en dus minder opvallen, doen veel en goed werk. U kunt zelf het rijtje aanvullen van nuttige dieren en insecten. Verdiep u eens in het leven van diverse dieren en diertjes. Het zal uw leven verrijken. Het thema voor de volgende keer is: Noot- en besdragende struiken.

Lucebert zei: “Alles van waarde is weerloos”Laat onze tuingedachte zijn:

Alles wat weerloos is, is waardevol.

Joop Peters

In je tuinhuisje de Grote bonte specht spotten

Vogels op Thurlede I Ben van den Broek 

De Grote bonte specht heeft een zwart-wit verenkleed en een opvallende witte schoudervlek. Zijn anaalstreek is rood en de flanken zijn zwart. Zijn bovenkop is zwart, hierbij heeft het mannetje een rode nek vlek en het vrouwtje niet. 1e jaars Grote bonte spechten hebben een rood petje (zie bijgevoegde foto). De Grote bonte specht komt overal in Nederland voor waar bos of park te vinden is. Hij broedt in bossen, parken en tuinen. Het is vooral een standvogel maar maakt in de winter soms invasie-achtige trekbewegingen van Noord-Europa naar West- en Midden-Europa. Grote bonte spechten zijn normaal gesproken het hele jaar in hun broedgebied aanwezig. Ook Volkstuinvereniging Thurlede heeft een kleine Grote bonte spechten populatie.In het vroege voorjaar is het geroffel niet van de lucht. Regelmatig zoeken ze hiervoor een dode tak op die een optimaal geluidseffect geeft. Het signaal dat hij hiermee afgeeft is natuurlijk gericht op concurrerende mannetjes en aantrekkelijk voor de vrouwtjes. Een Grote bonte specht in je volkstuin zien is best wel bijzonder. Ze zijn normaal gesproken zeer schuw en alleen als je je verstopt in het tuinhuisje komen ze misschien. Zeker als je voedsel aanbiedt in de vorm van bv een vetbol. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen op de regel. Zo lukte het me heel makkelijk de Grote bonte specht op de foto zonder camouflage zittend voor mijn tuinhuisje te fotograferen! Grote bonte spechten zullen niet snel in een volkstuin tot broeden komen, maar bij wie een grote bosrijke tuin heeft kan het natuurlijk wel voorkomen. Hij hakt ieder jaar een nieuw broedhol. Voor het uithakken van het hol wordt zacht hout en vaak een rotte plek uitgezocht. In de omgeving moeten wel voldoende oude bomen voorkomen waarin ze hun basisvoedsel in de vorm van insecten kunnen vinden. Normaal gesproken zijn het echte insecteneters die het niet kunnen laten zo af en toe ook een jong vogeltje te verschalken! Ze deinzen er zelfs niet voor terug hiervoor een nestkast open te hakken! Zelf heb ik gezien dat mijn insectenhotel werd geplunderd! Het zij ze vergeven!

Weg met die theedoek!

Thurlede natuurlijk I Joop Th. Peters I foto Ellen Boonstra-de Jong

Het is begin 1963 op ons kale tuincomplex. Het enige zichtbare gebouw is een afgedankte noodwinkel van, naar ik meen, de “C.O.O.P”. Dat was ons verenigingsgebouw. Wij als tuinders noemden het “De Kantine”. Deze heeft meer dan dertig jaar dienst gedaan. Januari 1994 werd ons huidige verenigingsgebouw opgeleverd. Daarover een volgende keer meer. Inmiddels was de aanbesteding achter de rug en de huisjesbouwer bekend. Eén van mijn naaste medetuinders was tot lid benoemd van de commissie van toezicht. Begin mei vroeg ik hem voorzichtig wanneer men met de bouw van de tuinhuisjes begon. “Als de vorst uit de grond is”, antwoordde hij. Toen zaten mijn pootaardappels al in de grond en hier en daar kwamen de kopjes boven de aarde. Bij het leggen van de betonfundering werd te licht bewapeningsstaal gebruikt. Te lichte dakbinten zorgden voor doorgezakte daken. Bij de oude tuinhuisjes is dat nu nog te zien. Op een gegeven moment sprong je een gat in de lucht omdat de tuinschotten er lagen. Heel groot was je desillusie als deze na een paar dagen bij je buurman overeind stonden als tuinhuisje. Had de buurman misschien een grotere mond? Uiteindelijk ging de huisjesbouwer failliet. De werkwijze van de nieuwe huisjesbouwer was beter en als tuinders bleven we enthousiast en koesterden ons eigen bezit; een volkstuin met tuinhuis. Het intimmeren kon beginnen. Dat kostte behoorlijk wat tijd en geld, want erg breed hadden de meesten van ons het niet. Je had toen nog een 48-urige werkweek en werkte ook op zaterdagochtend. Gelukkig stond burenhulp hoog in het vaandel. Na maanden van intimmeren zaten we op een goede dag ons werk onder het genot van een kopje thee te bewonderen. Plotseling stond er een bestuurslid druk gebarend op het asfaltpad. Lees verder

Natuurlijk tuinieren

Het belangrijkste onderdeel van onze tuin is de grond, de aarde waarop wij onze hobby uitoefenen. De tuingrond moeten wij in goede conditie houden om eventuele ziekten en plagen te voorkomen en zo nodig te bestrijden. Onze volkstuinen hebben gemiddeld een oppervlakte van 250 vierkante meter. Om u een indruk te geven van al het leven onder uw voeten zullen we uitgaan van 1 vierkante meter goede tuingrond en als basis de bovenste 10 centimeter. Gemiddeld zitten er 80 regenwormen in, 350 insecten en insectenlarven, 50 slakken, 50 pissebedden, 300 duizendpoten en miljoenpoten, 1 miljoen aaltjes en ongeveer 1 miljard bacteriën.regenwormen_072
Als u deze aantallen vermenigvuldigt met 250 heeft u de aantallen voor uw gehele tuin. Er zitten voor u misschien wel de nodige plaagdieren tussen, maar over het algemeen zijn het nuttige organismen. Deze zichtbare on onzichtbare have moet u koesteren. Hoe? Dat is het thema voor de volgende keer. Want tuinieren doen we gezamenlijk en doen we ‘natuurlijk’. Onze aarde verdient dat.
Joop Peters

Hoe houd ik mijn tuingrond gezond?

Allereerst door geregeld naar uw planten en struiken te kijken, dus goed te observeren.
Dan leert u snel om ziekten of plagen te ontdekken en zo nodig uw maatregelen te treffen en deze te bestrijden. Liefst op een natuurvriendelijke manier.
Mocht het nodig zijn om bestrijdingsmiddelen te gebruiken, let dan goed op de gebruiksaanwijzing. De fabrikant heeft de optimale werking uit laten zoeken door een laboratorium.gifklikker
Houdt u zich strikt aan deze gebruiksaanwijzing.
Wij als tuinders hebben de neiging om te denken ‘doe maar een scheutje extra dan werkt het beter’. Maar dat is funest.
Want dit extra beetje tast het houdbare bodemleven ernstig aan. En dat is totaal overbodig en ongewenst.
Wij beschikken op ons tuincomplex over een goed gesorteerde tuinwinkel. De mensen in de winkel kunnen u adviseren over de minst onschadelijke bestrijdingsmiddelen. Doe hier dus uw voordeel mee. Het advies is gratis. Het thema voor de volgende keer is grondonderzoek. Tuinieren belast het lichaam maar ontlast de geest.
Joop Peters

Wat is ecologie?

Onze volkstuindersvereniging streeft er naar om het ecologisch tuinieren te bevorderen.
Wat is ecologie? Het woord ecologie komt van het Grieks woord OIKOS. Dat betekent zoveel als ‘huis’.
Dat woord huis moet wel wat ruimer geïnterpreteerd worden dan uitsluitend als woning. Het gaat hier meer figuurlijk gesproken over een huis, in die zin, dat er de aarde mee bedoeld wordt. De aarde die op het moment het onderkomen is voor meer dan zeven miljard mensen en een onvoorstelbare veelvoud daarvan aan planten en dieren. Populair gezegd is ecologie de wetenschap die zich bezighoudt met alle relaties die er zijn tussen al het levende en al het levenloze op onze planeet in hun natuurlijke omgeving. Dus gewoon natuurlijk tuinieren.
Joop Peters